donderdag 26 april 2012

Het spaarvarken van Renate Dorrestein


Als journalist hoorde romanschrijfster Renate Dorrestein jarenlang mensen uit over hun diepere drijfveren. Uit dat 'spaarvarken' put ze nu inspiratie voor haar romans. "Donald Duck is voor een romanschrijver interessanter dan Jezus Christus."

Renate Dorrestein was jarenlang journalist voordat ze fulltime schrijfster werd. Ze schreef in de jaren zeventig en tachtig onder meer voor Panorama, Opzij, Viva en De Tijd. Ze hield talloze interviews en maakte vele reizen. Dat leerde haar veel over menselijke motieven. "De mens is bij uitstek uitgerust om benieuwd te zijn naar anderen."

De journalistiek lag haar niet erg. "Ik had de neiging zelf afloop te verzinnen", zei ze op de tweede Conferentie Verhalende Journalistiek, waar ze haar schrijftips deelde. Het schrijven van romans gaf haar alle vrijheid. Voor Dorrestein zijn journalistiek en fictie twee werelden die ze strikt gescheiden probeerde te houden.

Toch kan een journalist in haar ogen veel opsteken van de manier waarop een romanschrijver zijn verhaal opbouwt en zijn personages tot leven wekt. De manieren waarop een romanschrijver de aandacht weet vast te houden, is namelijk ook van toepassing in non-fictie. Ze gaf onder meer deze tips om van journalistieke stukken verhalen te maken die lezers op sleeptouw nemen.

    1. Laat zien wat de hoofdpersoon drijft 

    Alle literatuur op aarde, van Homerus tot Grunberg, gaat maar over een ding: iemand wil iets, maar kan dat niet of met veel moeite voor elkaar krijgen. De hoofdpersoon is het 'strevende personage', zoals collega-schrijver Thomas Roosenboom dat noemt. 
    Donald Duck is in dit opzicht interessanter dan Jezus Christus. Donald Duck wil iets, Jezus voert alleen de opdracht van zijn vader uit. "Als schrijver ben je voortdurend bezig dat streven zichtbaar te maken", zegt Dorrestein. "Voor de lezer moet het glashelder zijn wat de hoofdpersoon eigenlijk drijft." 

      2. Werp obstakels op 

      Als schrijver heb je de taak om voortdurend obstakels op te werpen. Dat kunnen ook obstakels van binnenuit zijn: problemen die de hoofdpersoon met zichzelf heeft. Vaak zijn dat de meest interessante, vindt Dorrestein. Iemand die twee zielen in een borst heeft, bijvoorbeeld. Of iemand die iets wil waar hij eigenlijk niet de capaciteiten voor heeft. 

      3. Laat de hoofdpersoon fouten maken

      Door een verhaal vanuit één personage te vertellen, kun je in het hoofd van een ander kijken. Dat biedt enorme mogelijkheden voor de lezer om zich te identificeren met de hoofdpersoon. 
      Laat hem falen of laat hem vreselijke dingen over zichzelf afroepen, adviseert Dorrestein. "Het kost ons geen enkele moeite om ons met losers te identificeren. Hamlet is met zijn twijfel en zijn zelfhaat een van de meest geliefde literaire personages." 

      4. Maak de hoofdpersoon tweeslachtig 

       De brave romanheldin Jane Eyre ontpopt zich als een leeuwin. Detective Sherlock Holmes is een praatjesmaker, maar ook een eenzame man met een zwarte kant, zijn cocaïneverslaving. Die dubbelzinnigheid maakt ze interessant voor de lezer.  

      5. Schrijf dialogen op als een tenniswedstrijd

      'Beschrijf niet, maar laat het zien', is een ijzeren schrijfwet. Dialogen zijn daarvoor een uitgelezen manier. "Het is een misverstand dat een dialoog alledaags moet klinken, want dan krijg je nietszeggend gedaas", zegt Dorrestein. 'Een dialoog is een vorm van actie. Na elke dialoog moet er iets veranderd zijn."  

      6. Vermijd het moeras van het midden

      Journalisten schrijven een artikel met intro, een middenstuk en een slot. Niet doen, zegt Renate Dorrestein. Dat middenstuk is namelijk ongelooflijk saai! Hierin geven schrijvers nog een voorbeeld, verwoorden de kernboodschap op een andere manier of voegen nog een argument toe. Maar er gebeurt niets nieuws. De lezers haken gemakkelijk af. 
      De oplossing: schrijf alleen een begin en een einde. "Schrijf opzwepend in plaats van adstruerend", zegt Dorrestein. "Bouw op en voeg steeds nieuwe feiten toe. Iedere zin moet het verhaal voortstuwen. Zodra er geen nieuwe feiten meer nodig zijn bouw je af en zet je het einde in." 

      7. Schrijf over de liefde en de dood 

      In de literatuur draaien alle thema's over de liefde of de dood of zijn een afgeleide daarvan. Dit zijn ook de universele thema's waar iedereen altijd over wil blijven lezen. Zoek naar invalshoeken voor non-fictie die in het verlengde liggen van deze thema's. De recessie kun je bijvoorbeeld beschrijven als een afgeleide van de dood. 
      "Ook als je de taal van liefde en dood gebruikt, zul je je lezers meer boeien", aldus Dorrestein 

      8. Vermijd tierelantijnen 

      Een sobere schrijfstijl is namelijk het krachtigst. In navolging van auteur John Gardner vindt Dorrestein dat een schrijver werkwoorden en zelfstandige naamwoorden beeldend moet inzetten. Dan zijn er geen bijvoeglijke naamwoorden of bijwoorden meer nodig. In plaats van 'hij ging het gebouw binnen' kun je ook schrijven: 'hij strompelde de kerk binnen'. 

      9. Laat zien waar en wanneer het verhaal zich afspeelt

      "Journalistieke stukken zijn vaak abstracter dan nodig is omdat tijdstippen en de plaats weggesloopt zijn uit het stuk", observeert Dorrestein. Laat daarom zien waar en wanneer een gebeurtenis zich afspeelt. De omgeving zegt iets over het personage. 
      Sherlock Holmes reed over bestaande wegen. Elementen uit de werkelijkheid dragen bij aan de geloofwaardigheid van fictie. In non-fictie leveren ze geloofwaardigheid op. 

      10. Scoor met uitgekiende details 

      Leg zo min mogelijk uit, maar laat een uitgekiende detail het verhaal doen. Hoe maak je een lezer duidelijk hoe een vrouw uit alle macht haar seksverslaving probeert te verbergen? Kristien Hemmerechts beschreef in haar roman Brede heupen een vrouw die voortdurend aan haar vingers rook.



    Mis het volgende artikel over ideeën niet

    Sigrid van Iersel is zelfstandig journalist en schrijver van non-fictieboeken. Ze is mede-auteur van het boek Lenig Denken over creatieve denktechnieken en het boek Toverballen voor het brein over het gebruik van verhalen in informatieve teksten.
    Gemakkelijk op de hoogte blijven van deze artikelen? Vul dan hier je e-mailadres in en ontvang automatisch een mail bij de publicatie van ieder nieuw artikel.

    Toverballen voor het brein

    Verhalen maken je nieuwsgierig en sporen aan om door te lezen. Het boek Toverballen voor het brein doet uit de doeken hoe je deze verhaalkracht en andere technieken op het gebied van storytelling kunt toepassen in informatieve teksten, zoals journalistieke artikelen, websites, brochures en andere teksten. Laagje voor laagje ontsluiert het boek de geheimen van verhalen en vertelt wat je er in teksten mee kunt doen. Lees hier meer over Toverballen voor het brein.

    Geen opmerkingen: